skip to Main Content

1947 – 2017 Plaatselijk Belang Oudleusen 70 jaar – een korte geschiedenis in zeven bedrijven
Na een oproep in de Dalfser Courant wordt op dinsdag 28 oktober 1947 in Café Wolfkamp de eerste vergadering van de Buurtvereening Oudleusen gehouden met kroegbaas/bakker Johannes Wolfkamp als voorzitter. Kort na de oorlog is Oudleusen niet meer dan een verzameling boerderijen rond een kleine kern bij de Hessenweg waar het café en de Preke stonden. De mannen van het eerste uur, waaronder Hendrik Jan Goos, Hendrik Jan Stokvis, Hendrik Jan Scherpenkate, Marten Dijk en Derk Jan Wennemars sr., komen onregelmatig bij elkaar (als we het notulenboek mogen geloven) om de belangen van Oudleusen te behartigen.

Een belangrijk punt op de agenda is de staat van de wegen en de rijwielpaden. De Hessenweg is op dat moment de enige verharde weg in Oudleusen. Zeker in de winter zijn veel zandwegen schier onbegaanbaar. Volgens de overlevering zijn deze wegen de aanleiding voor het ontstaan van de buurtvereniging: “Omdat bakker Wolfkamp een keer te vaak met zijn bakfiets vol brood in de modder onderuitging”. Pas door de ruilverkaveling in de jaren ’50 worden de wegen verhard. Deze ruilverkaveling stuit in eerste instantie op veel verzet, maar nadat de voorwaarden en de informatie verbeteren gaat de meerderheid der boeren overstag.
Verder houdt de buurtvereniging zich bezig met de aansluiting op het elektrische net en de waterleiding. Secretaris Marten Dijk fietst veelvuldig naar Dalfsen om de burgermeester en wethouders te spreken over deze en andere kwesties. Vaak gaat hij samen met de voorzitter. Maar het lijkt het erop dat Oudleusen weinig gehoor vindt bij de gemeente, want iedere vergadering komen dezelfde punten weer terug. Ook in de strijd om woningen trekt Oudleusen vaak aan het kortste eind. In de eerste jaren wordt maar mondjesmaat toestemming verleent om huizen in de kern te bouwen. Door de verkiezing van ‘eigen’ gemeenteraadsleden, zoals de CHU-ers Scherpenkate en Tuten, krijgt Oudleusen een stem in de raad van Dalfsen.

De Hessenweg hield toen al de gemoederen bezig. Ter hoogte van Stokvis is er een bocht uit de weg gehaald. De vele ongelukken en de strijd om lichtpunten langs de weg komen steeds weer ten sprake. Een andere rode draad in deze periode is de communicatie met de busdienst Salland over de dienstregeling en de plaatsing van een wachthuisje.

Maar de ‘menselijke’ kant wordt niet vergeten. Zo wordt een collecte georganiseerd voor “onze jongens overzee” en krijgen de soldaten een groots onthaal bij terugkeer uit Nederlands Indië. De heer Kappert krijgt na een ongeluk een blindengeleidehond.

In het eerste decennium van haar bestaan krijgt zowel de buurtvereniging als het dorp iets meer vorm. De in 1952 opgeleverde kerk en een nieuwe openbare lagere school (1956) maken Oudleusen tot een echt dorp. Ook een opbloeiend verenigingsleven, met naast zeer actieve De Lofstem o.a. de kaartvereniging “Harten Vrouw” en de dorsvereniging ‘Weest Getrouw”, kleurt de gemeenschap. Maar het kan en moet nog beter. Dorp en vereniging moeten zich nog verder ontwikkelen. Tekenend voor deze periode is dat er nog onvoldoende in de verenigingskas zit om het tweede lustrum feestelijk te vieren.

Plaatselijk Belang Oudleusen 70 jaar – het tweede bedrijf
Het is het schrikbeeld van ieder bestuur: je zit met z’n allen achter de bestuurstafel tijdens de jaarlijkse ledenvergadering en er komt niemand opdagen. Dat overkomt de mannen van de buurtvereniging in maart 1965. Wat nu? Een deel van het bestuur stapt teleurgesteld op, maar de overige bestuursleden laten het er niet bij zitten. Dus wordt een jaar later tijdens een nieuwe vergadering aan de opgetrommelde leden gevraagd: stoppen of doorgaan? De positieve reacties van de aanwezigen zorgen voor een nieuw elan, die een eind maakte aan de winterslaap waarin de vereniging zich lijkt te bevinden. Met drie nieuwe bestuursleden in de gelederen en een nieuwe, meer toepasselijke naam: Plaatselijk Belang Oudleusen, wordt een nieuwe vergadering gepland om alle wensen en klachten van de Oudleusenaren te inventariseren. De top van de gemeente is voor deze bijeenkomst uitgenodigd.

In zekere zin ging er toen een beerput open – het regent klachten, waarbij de stank en het huisvuil bovenaan het lijstje staan. Het riool functioneert onvoldoende en de mensen in het dorp kunnen hun afval niet goed kwijt. Er is weliswaar een put bij de kern waar de mensen hun afval en papier storten, maar die was niet groot genoeg. Bovendien droppen mensen hun vuil in de Oude Vechtarm, die hierdoor sterk vervuilde. Kortom, het was een smerig zooitje. Samen met de gemeente gaat Plaatselijk Belang op zoek naar een oplossing. De zinken vuilnisemmers, die wekelijks worden opgehaald, verschijnen in het straatbeeld.

Twee andere zaken die het hele tweede decennium spelen: woningbouw en Hessenweg. Ondanks de lobby van de buurtvereniging lukt het maar moeilijk om meer woningen te kunnen bouwen in Oudleusen. Hierbij speelt de hoge grondprijs, die geïnteresseerden afschrikt, een belangrijke rol. Terwijl in Dalfsen hele woonwijken verrijzen, groeit Oudleusen maar heel langzaam.

De vermaledijde Hessenweg blijft ook veel aandacht opeisen: de vele ongelukken sieren wekelijks de kolommen van de Oprechte Dalfser Courant. Een poging om de snelheid te verlagen mislukt. Tijdens de jaarvergadering van 1967 worden de vergevorderde plannen om de weg te verbreden en bij de kom van Oudleusen iets verder naar het zuiden te leggen toegelicht. Dat laatste zou een flinke impact hebben op het dorp, maar daarover meer in het volgende verhaal.

Na de bestaanscrisis van 1965 schijnt de zon in 1967 weer volop. In begin van het jaar gaat een lang gekoesterde wens in vervulling. Na tien jaar van voorbereiding en acties wordt in januari van dat jaar De Wiekelaar opgeleverd. Voordien was er een groot gebrek aan ruimte voor allerlei activiteiten. In Evangelisatiegebouw zijn zondags kerkdiensten en daarnaast veel vergaderingen en uitvoeringen van verenigingen (ook vaak in christelijke lagere school aan de Hessenweg). Na de bouw kerk in 1952 verhuizen de kerkdiensten en de uitvoeringen naar de kerk. De vergaderingen, verenigingsavonden en catechisatie blijven in “het lokaal”. Maar het blijft behelpen – eerste aanzet voor een nieuwe gebouw komt van mevr. De Raad, vrouw van hoofd van school. In deze periode ontstaat ook de bazar, die nog ieder jaar wordt georganiseerd. De Wiekelaar speelt een belangrijke rol in de verdere ontwikkeling van het dorp.

Met de vereniging gaat het ook weer crescendo: in het najaar van 1967 – twintig jaar na de eerste vergadering – heeft Plaatselijke Belang Oudleusen ongeveer 200 leden en zorgt een contributieverhoging van 50 cent naar 1 gulden voor meer financiële armslag. Op naar het 25-jarig bestaan …

Plaatselijk Belang Oudleusen 70 jaar – het derde bedrijf.
Als Plaatselijk Belang Oudleusen en omstreken in 1977 haar 30-jarig bestaan viert is Oudleusen uitgegroeid tot een heus dorp. De Schoolstraat en de Spiegelstraat zijn volgebouwd en ook in andere straten staan huizen. Bijzonder trots is men op de bejaardenwoningen in de Wolfkampstraat. Deze straat is vernoemd naar de in 1969 overleden eerste voorzitter van Plaatselijk Belang, die zoveel voor Oudleusen heeft betekend. Ook de middenstand is flink uitgebreid met de lunchroom van Mansier, de hobbywinkel van J. Dijk en de garages van Jans en Wim van der Vegt. Ondertussen is het dorp aangesloten op het gas en brandt de straatverlichting in de kern.

Wat betreft de voorzieningen is het derde decennium eveneens een succes: de nieuwe lagere school, de kleuterschool (in het gebouw van de gesloten openbare lagere school), de bibliotheek, het bankfiliaal en de uitbreiding van De Wiekelaar. Dit gebouw zorgt voor een opleving in het verenigingsleven op gebied van sport (judovereniging Kodokan en volleybalvereniging Ouvol) en amusement (toneelvereniging Oleu).
Onder de enthousiaste leiding van Gait-Jan Stokvis houdt het Plaatselijk Belang zich ook in deze periode veel bezig met de Hessenweg. De weg is verlegd en dat was een hele verbetering, maar vooral de verlichting laat veel te wensen over. Rijkswaterstaat heeft maar weinig oor voor de wensen van Oudleusen. “Over onze gesprekken met Rijkswaterstaat zou wel een boek te schrijven zijn. Met die mensen kun je weinig beginnen”, laat Stokvis zich tijdens een jaarvergadering ontvallen. Maar opgeven staat niet in zijn woordenboek. In de Oprechte Dalfser Courant van november 1971 wordt de vereniging vergeleken met een keeshondje, dat zich overal in vastbijt en pas loslaat als het zijn zin krijgt. Zo wordt ook met het busbedrijf Salland een langdurige briefwisseling gevoerd voor een betere dienstregeling en een overdekt bushokje. Met de gemeente is veelvuldig gesproken over speelveldjes voor de jeugd.

Een ander hoofdpijndossier – zeker ook voor de aanwonenden – is de stinksloot aan de Dommelerdijk, waar de riolering van de kern op wordt geloosd. Een oplossing laat lang op zich wachten. Pas door de aanleg van een pijpleiding tussen Dalfsen en Nieuwleusen wordt dit opgelost.

Maar de vereniging houdt zich ook met leuke zaken bezig. Zo worden er jaarlijks zeer succesvolle oriëntatieritten georganiseerd. Ook is er veel aandacht voor de bejaarden voor wie heel regelmatig een bejaardensoos wordt georganiseerd. (De jeugd organiseert haar eigen avonden.) Bovendien begon men met het organiseren van een busreis voor de 65-plussers. Oudleusenaren van 75 en ouder worden op hun verjaardag door twee bestuursleden bezocht. Een traditie die nog steeds in stand wordt gehouden, net als het klokkengeld waarover vanaf 1975 iedere jaarvergadering wordt besloten. Ook het paasvuur wordt in dit tijdvak voor het eerst ontstoken (1976).

Plaatselijk Belang Oudleusen 70 jaar – het vierde bedrijf.
Op de wijs van The Drunken Sailor zingt de volle Wiekelaar in 1987 tijdens opvoering van de jubileumsrevue: “Plaatselijk Belang is veertig -ja-ar en dat valt te vieren”. Het is tijd voor een feestje. “We zijn redelijk tevreden”, blikte Gait-Jan Stokvis terug tijdens de jaarvergadering van Plaatselijk Belang Oudleusen en omstreken, “maar hebben zeker allerlei wensen en verlangens”. De vereniging is uitgegroeid tot een pittige sparringpartner voor gemeentebestuur en vocht met verve voor de belangen van het dorp.

Bladerend door de notulenboeken van Plaatselijk Belang zou je zo maar het idee kunnen hebben dat ze zich vooral met leuke dingen bezighouden: de jaarlijkse bejaardenreis, de fietstocht (soms zelfs drie per jaar), de wandeltocht, de bingo en de oriënteringsritten. En het eiertikken tijdens de paasdagen, maar dit wordt kort daarna weer gestopt als men met een grote hoeveelheid hardgekookte eieren blijft zitten door een teleurstellende opkomst. Daarnaast werd iedere vergadering steevast afgesloten met de verdeling van de te bezoeken jarigen onder de bestuursleden.

Maar schijn bedriegt, want de mannen van het bestuur zijn wel degelijk druk met zaken als de woningbouw, de verlichting, enzovoorts. Ik schrijf “mannen”, maar sinds de komst van Dinie Bouwer en Gerrie Soepenberg is het geen mannenbolwerk meer. Het was best wel even wennen: eerst stopt Marten Dijk na 35 jaar trouwe dienst en daarna stappen twee dames de bestuurskamer in.

De woningbouw verloopt naar volle tevredenheid. Het hele bestemmingsplan wordt geleidelijk vol gebouwd. Om niet zonder bouwgrond te komen zitten wordt bij de gemeente aangeklopt voor een nieuw uitbreidingsplan. De strijd om (behoud van) voorzieningen slokte ook veel tijd op met zowel teleurstellingen en succesjes. Zoals de tweede bank van de RABO die bij de kerk wordt geplaatst.

Een handenbindertje is het jaarlijkse paasvuur. Het lukt meestal wel om een geschikt terrein te krijgen om het brandbare spul op te stapelen, maar het is steeds weer een flinke klus om de achterblijvende, nog lang smeulende puinhopen op te ruimen.

Veel energie gaat naar de activiteiten om zowel voor de buiten- als binnensport accommodatie te krijgen in Oudleusen. Zo is er getracht een ijsbaan in de buurt van de kern te realiseren, maar dat lukt niet. Wel wordt voor de ponyclub een veldje gevonden. Daarnaast zijn er de inspanningen voor de uitbreiding van De Wiekelaar – in samenwerking met het stichtingsbestuur, de kerkvoogdij, judoclub Kodokan en Ouvol. Ondertussen ondernemen de inwoners van alles en nog wat om geld bij elkaar te kruipen. De Nieuwe Wiekelaar houdt de gemoederen flink bezig, maar op het eind van 1987 lijkt het allemaal goed te komen.
“Wij hebt nog heel vulle meer an wensen, wij bint gnog van pla-an, wij komt er al weer a-an, pleiten veur Oudlusen”. Deze regels vormen het einde van de revue. Op naar het volgende decennium!

Plaatselijk Belang Oudleusen 70 jaar – het vijfde decennium.
In oktober 1997 ziet Plaatselijk Belang Oudleusen Abraham en het 50-jarig bestaan wordt groots gevierd. De tentoonstelling van de schilderijen van Wim Meilink, die in jaren ’40 onderwijzer was in Oudleusen, valt zeer in de smaak. Het feest is de afsluiting van een periode, waarin men blijkens de notulen van de (soms heel slecht bezochte) jaarvergaderingen steeds “tevreden” en “druk” is. Lange, vaak te lange vergaderingen, erg veel verjaardagsbezoekjes (nu met fruitbakje), fietstochten, bingo’s en jaarlijkse busreizen naar o.a. de Biesbosch, Rotterdam en zelfs een keertje naar het buitenland. Maar het gaat niet alleen om de leuke dingen: Er moet gestreden worden voor de komst van nieuwe woningen en voor het behoud van de voorzieningen. Tevergeefs vecht men tegen de aanleg van een hoogspanningslijn in het buitengebied.

In deze jaren doet de computer zijn intrede in de vereniging. De ledenadministratie wordt geautomatiseerd en vanaf 1994 stelt men met de wordprocessor de programmaboekjes voor de jaarvergaderingen samen. Toch bleef veel bij het oude: de secretaris schrijf de notulen nog netjes in het schrift en de contributie wordt net als altijd persoonlijk opgehaald door de bestuursleden, die ieder hun eigen wijk hadden.

Er is een wisseling van de wacht: na 20 jaar als voorzitter stopt Gait Jan Stokvis en geeft hij het stokje door aan de nog zeer jonge Wim Hogenkamp, die met veel energie aan de slag gaat. – Enkele jaren later wordt hij raadslid en treedt hij terug als voorzitter, maar door zijn netwerk in de gemeente blijft hij van veel waarde voor ons dorp. – Twee onderzoeken naar de wensen van de bevolking leveren interessante inzichten op. Naast het (woon)wensenonderzoek 55+ – met als ondertitel “We redden het nog best …”- verschijnt in 1993 het vuistdikke rapport “De kleine kern gezond?”. Dit levensvatbaarheidsonderzoek is in zekere zin een voorloper van het latere dorpsplan. De lijst met maar liefst 32 aandachtspunten is “een verlanglijstje voor een goede toekomst” en bepaalt in belangrijke mate het beleid van PBO in de jaren ‘90.

Het decennium begint met de komst wat toen de Nieuwe Wiekelaar wordt genoemd, al wordt die toevoeging “nieuw” weer snel vergeten. Een opgepimpte Wiekelaar met een heuse sporthal is de trots van het dorp. Vooral ook omdat “wij” die zelf hebben gebouwd. “Een jaar niet feesten, maar werken” luidde het motto.
Niet op de plaats rust, want er blijft nog voldoende te wensen over. Bovendien blijken de bestaande voorzieningen, zoals supermarkt, benzinestation, bibliotheek en bank geen vanzelfsprekendheden. Dankzij de inspanningen van het PBO blijven deze behouden voor het dorp en komt er zelfs de peuterspeelzaal Dolfijn bij. Maar het realiseren van de speel- en sportveldjes en het evenemententerrein blijkt nog steeds uiterst moeizaam. De groei van het dorp slokt alle mogelijke locaties op. Het bestaande plan wordt in deze periode snel volgebouwd, zodat er druk gewerkt wordt aan het nieuwe bestemmingsplan Muldersveld.

Een jaarlijks terugkerend gebeuren is het paasvuur. Het is wordt steeds moeilijker om een terrein te vinden en de gemeente stelt steeds meer eisen. Toen men ging toezien op het brengen van snoeihout ging het veel beter: schonere bult, beter vuur en minder puin achteraf, zodat het land veel sneller weer beschikbaar is.
Op het einde van dit vijfde bedrijf dringt de N340 de notulen binnen. Volgens de plannen lijkt er niets te gebeuren op het traject Ommen-Dalfsen, maar het Plaatselijke Belang is er niet gerust op …

Plaatselijk Belang Oudleusen 70 jaar – het zesde decennium.
Dit zesde decennium wordt in 2007 feestelijk afgesloten met de viering van het 60-jarig bestaan. Een ander hoogtepuntje is het bereiken van de magische grens van 400 leden. Ondertussen loopt het Muldersveld (te) langzaam vol, neemt Wouter Stokvis het stokje over van Ab Timmerman en verschijnt in 1999 een eigen dorpsblad, De Vechtanjer.

Deze tien jaar zijn zeker niet de gemakkelijkste in de geschiedenis van Plaatselijk Belang Oudleusen. De gemeentelijke herindeling zorgt voor vertraging op vele gebieden, omdat de gemeente vooral met de fusie bezig is. Terwijl er tijdens de jaarlijkse ledenvergadering wordt geklaagd dat het bestuur te weinig doet voor het behoud van de voorzieningen wordt achter de schermen juist verschrikkelijk hard gewerkt door de bestuursleden. Maar dat kan niet voorkomen dat de Rabobank uit het dorp verdwijnt. Tenslotte zijn er niet één, maar wel liefst drie hoofdpijndossiers, die veel aandacht vragen van het bestuur: het fietspad langs de Dommelerdijk, het evenemententerrein en de N340.

Het vervullen van een lang gekoesterde wens zorgt voor een zeurende pijn. Veel praten en veel schrijven – met ambtenaren en wethouders van de gemeente, met de provincie, maar ook met de grondeigenaren. Er zit weinig schot in de zaak, maar tegen het einde van dit tijdvak lijkt de realisering van het fietspad nabij – net als in 1998.

Voor meer hoofdpijn zorgen de ontwikkelingen rond het evenemententerrein. Eigenlijk vanaf het moment dat het eerdere terrein in gebruik is genomen, moet er al weer worden gezocht naar een nieuwe, voor zover mogelijk iets definitievere plek. Maar dit gaat uiterst moeizaam. Er worden grootse en mooie plannen gemaakt, maar het vinden van een geschikt stuk land – liefst dichtbij de kom – lijkt schier onmogelijk. Overleg met gemeente, overleg met het waterschap en gesprekken met grondeigenaren leveren niets op.
Het derde hoofdpijndossier – dat we beter een migraine-dossier kunnen noemen – is de Hessenweg, die steeds vaker de N340 wordt genoemd. Het dorp wordt overvallen door de megalomane plannen van de provincie. Er is in deze fase nauwelijks communicatie en nog minder inspraak. De komst van een brede vierbaansweg 100 kilometer-weg is aanstaande en er is weinig aan te doen. Tenminste zo lijkt het in eerste instantie. Maar uiteindelijk blijkt het toch geen gelopen koers en spreekt het PBO zich duidelijk uit. Hun oproep aan de Oudleusenaren om initiatief te nemen leidt tot de oprichting van Duurzaam door het Vechtdal. Ondertussen maakt het PBO zich sterk voor een veilige oversteek voor de schoolkinderen, maar ook dit is een langdurig en moeizaam proces.

Toch is het niet alleen narigheid dat de klok slaat. Twee ontwikkelingen zorgen voor een positief tegenwicht: Swieb en DOP.
Onder de noemer Swieb gaan de School, de WIEkelaar en de Bibliotheek voorzichtig praten over mogelijke samenwerking. Later sluiten ook andere partijen zich hierbij aan en wordt er gewerkt aan de totstandkoming van een kultuurhus, alle voorzieningen onder één dak.

In navolging van eerdere levensvatbaarheidsonderzoeken wordt in 2006 een Dorpsontwikkelingsplan (DOP) opgesteld. Oudleusen is een pilot in de provincie. Er worden maar liefst vijftig Oudleusenaren geselecteerd voor twee brainstormbijeenkomsten – alle daar verzamelde wensen en ideeën worden samengebundeld in een plan van aanpak rond zes thema’s: evenemententerrein, voorzieningen, verkeer en infrastructuur, dorpsontwikkeling, dorpsaangezicht en natuur- en vrije tijdsbesteding. Voor ieder thema gaat een werkgroep aan de slag om plannen te maken. Hierover later meer.
Door Swieb en het Dorpsplan kan Oudleusen weer vooruit kijken

Plaatselijk Belang Oudleusen 70 jaar – het zevende decennium.
In dit tijdvak bereikt Plaatselijk Belang Oudleusen en omgeving de pensioengerechtigde leeftijd, maar de 65-jarige vereniging gaat niet genieten van de welverdiende rust. Er is immer nog zoveel te doen. Na de viering met de lichtjesroute gaat het gewone werk weer door. Om de saamhorigheid in het dorp te versterken worden nog steeds bingo’s, fietstochten en busreizen georganiseerd en gaat jaarlijks al het verzamelde snoeihout in de brand. Maar de meeste energie steekt het bestuur in het verdedigen van de belangen van Oudleusen.

Naast “N340” is “evenemententerrein” veruit het meest voorkomende woord in de notulen van de laatste tien jaar. “Dorpsplein” is een goede derde. Terwijl het fietspad langs de Dommelerdijk eindelijk is gerealiseerd, slepen de andere twee hoofdpijndossiers zich nog voort. Ze vragen veel aandacht, kosten veel energie, maar leveren – op de korte termijn – maar weinig op. Dat geldt vooral voor de verwikkelingen rond de Hessenweg. Oudleusen wordt geconfronteerd met steeds wisselende plannen en staat daardoor vaak machteloos aan de zijkant. Met alle ingebrachte ideeën wordt nauwelijks iets gedaan. Een lichtpuntje in deze is de plaatsing van verkeerslichten, zodat de schooljeugd en andere Oudleusenaren veilig de N340 kunnen oversteken.
De andere handenbinder is op de valreep toch nog binnengehaald: in dit najaar wordt het Oranjefeest (en het beachvolleybaltoernooi) op het nieuwe, (semi-)definitieve evenemententerrein gehouden. De inrichting hiervan wordt gedeeltelijk bij elkaar gefietst door een groep enthousiastelingen. Een moeizaam proces kreeg zodoende een mooi einde.

Het dorpsplein, onderdeel van het dorpsontwikkelingsplan, wordt eveneens in 2017 opgeleverd. Eindelijk! Vooral de koppeling met de plannen voor de N340 heeft voor veel vertraging gezorgd. Eerder zijn de ds. de Bruijnpassage en de jeu de boules baan al in gebruik genomen. Andere wensen uit de DOP, een strandje aan de Vecht, aanpak Oude Vechtarm en een busverbinding met de buurdorpen, worden ook verwezenlijkt. Vanaf het houten bankje kan men nu in alle rust genieten van onze mooie rivier. En iets verderop kan men wandelen langs de opgeschoonde vechtarm. Tenslotte rijdt met ingang van december 2012 ieder uur de door vrijwilligers bestuurde buurtbus van Nieuwleusen via de kerk van Oudleusen naar het station in Dalfsen.
Oudleusen wordt in deze periode een kulturhus rijker. De koppen worden bij elkaar gestoken om vele voorzieningen onder één dak te krijgen. De bestaande Wiekelaar wordt opgepimpt en uitgebreid, zodat er plaats is voor de bibliotheek, de peuterspeelzaal en de jeugdsoos. Tevens wordt een doorgang naar de school gerealiseerd.

Ondertussen krijgt Oudleusen steeds meer kleur. Groene, oranje en grijze containers verschijnen in het straatbeeld – in de kom geen grijs, want daar gaat het restafval in de ondergrondse containers. Ook geen blauw, zoals in bijv. Hoonhorst, want het oud papier verzamelen we nog steeds gezellig op zaterdagmorgen.
De voorbereiding voor de aanleg van glasvezel in het buitengebied gaat met horten en stoten, maar ook dit proces kwam dit jaar tot een goed einde. Opmerkelijk dat dit hele gebeuren veel leek op de komst van elektriciteit en gas in ons dorp. Hebben we dat wel nodig?, is net als toen een veelgehoorde vraag.
Plaatselijk Belang blijft vanzelfsprekend ook vooruitkijken, want Oudleusen moet leuk en leefbaar blijven voor alle leeftijden. Duurzaamheid is het nieuwe paradepaardje voor de komende tijd als opvolger van het Dorpsplan +. Naast energievraagstukken zullen ze zich ook bezighouden met sociale duurzaamheid, een terrein waar het PBO al druk mee was voordat het begrip ‘duurzaamheid’ was uitgevonden.

Klik hier om u aan te melden of bel voor informatie met de secretaris.

Back To Top